Adegem 02/04/2022
Lentefeest
En daar waren ze, de ene wagen na de andere posteerde zich tussen de witte lijnen op de parking. Portieren zwaaiden open en werden met een doffe slag weer gesloten. De vergrendeling klikte vanop korte afstand, draadloos bediend. De eerste begroetingen vonden plaats en al dan niet werd in groepjes, al keuvelend naar de uitgang gewandeld.
Het bestuur van VOL had op deze zondag van 27 maart, bonk op de noen, zijn leden uitgenodigd voor het lentefeest. Een bijeenkomst als deze was al meerdere keren uitgesteld wegens overweldiger corona.
Verder op weg, op het voetpad, leek de manier van wandelen bij sommigen iets anders dan toen. Voorheen, vele jaren terug, in het Sint Vincentiuscollege, op weg naar de klaslokalen, belast met een bundeltje leshulpmiddeltjes onder de arm geklemd, was de tred toch wel meer spontaan en soepel. De trappen naar de kapel, of die in de toren of op de houten treden in den tram of naar de fysicaklas van ’t regentje liepen zonder speciale aandacht, als het ware dartel. Maar, begrijpelijk, vandaag zijn het allemaal leerkrachten die al een tijdje op rust zijn.
Na dit respectabel wandelingetje in de Noordstraat verdwenen allen door een wijd geopende deur met rechts, op de gevel een geelkoperen blinkende plaat met inscriptie “ Huyze De Baere”. Eens binnen en langs links verder, was een opvallende zeer omvangrijke bloemenruiker de onmiddellijke blikvanger. Daarvoor, waren de sierlijk uitgedoste tafels met kraakwit linnen feestelijk gedekt. Iets verder, in een grote open haard, brandde gezellig een rossig vuur met wemelende vlammentongen rond kunsthoutblokken. Waarschijnlijk onderhouden en gevoed door Poetingas.
In de grote feestzaal met ruim uitzicht op de zonnige tuin, stonden her en der reeds enkele groepjes collega’s met hun dames, aangemoedigd door een glaasje geestrijke prik, geanimeerd te babbelen. Bij weinigen was de jarenlange erosie van de tand des tijd merkbaar en blonken er nog klare pretoogjes op een gaaf aangezicht met een gespannen velletje. Bij alle genodigden was blijheid te lezen op de gezichten en de lachrimpels camoufleerden en verkleinden de ouderdomsplooitjes.
Ook hier deed deze grote zaal met veel licht, feestelijk aan. De tafels waren opgedeeld in verscheidene eilandjes, schitterend versierd met frisse, levende bloemenstukjes, dikke roze kaarsen, een blinkend bestek met verscheidene drinkglazen met frêle stelen. Vanop een reuzengroot schilderij, reeds jarenlang aan de linkse westelijke muur opgehangen, werd door een afgebeelde dame, zelf deelneemster aan een feest, iedere gast frontaal aangekeken om te zien of alles hier wel netjes zou verlopen.
En daar werd het eerste fijne hapje aangeboden: een heerlijk smakend reepje gerookte paling.
Het kwam een beetje raar over hoe iedereen, zo dicht bij mekaar het gespreksniveau hoog hield. Immers wij waren reeds een goede twee jaar bezig met maskers en afstand houden. Handdrukken en knuffels waren reeds lang taboe en contacten verliepen met vuist- en ellebogenwerk. En, “oh, weg jij afschuwelijke gruwel, jij smerige duvel, met van alle kanten uw ongewenste gezanten, uw gevreesde trawanten, uw sluipende infiltranten en talrijke varianten, weg zodat wij weer vrij elkaar van dichtbij kunnen benaderen en begroeten. Weg gij flauwe plezante!”
Regelmatig werden de drinkglazen aangevuld en groeide de geestigheid. Verrassend was, naast de andere hapjes, de aanbieding van een oestertje, fijn opgediend met de nodige tools om het zonder accidentjes te nuttigen.
Eens aan tafel kon het festijn echt beginnen. Witte wijn werd uitgeschonken en konden de anekdotes over het gebeuren van toen en doen van nu beginnen. Levendig kwamen ons de tafereeltjes van eertijds terug klaar voor de geest. En, het mag gezegd worden, wij hebben de beste tijd in het onderwijs gekend. Er was kameraadschap tussen de collega’s, ongeacht de diplomastatus. Onze leerlingen waren gedwee, leergierig en werkwillig op een paar uitzonderingen na. En, vooral voor de ouderen onder ons, prachtige tijden voor het met rust te gaan. Feesten, enigszins als deze kwamen jaarlijks terug zoals het Sint-Vincentiusfeest, feest van d’Overheid, en niet te onderschatten de eindejaarsfeesten. Dan waren de priesterleraars in galakledij en was er een uitgebreid diner in de feestzaal met verzorgde spijzen in overvloed en werden ettelijke belegen wijnflessen soldaat gemaakt. Snoepjes, keuze in sigaretten van verscheidene merken en fijne sigaren met sierlijk bandje er rond werden gratis aangeboden. Op het einde van dit evenement was de lucht in de feestzaal lichtjes blauw getint.
En daar kwam een bordje met goudgele stukjes asperges met rondom Noordzeegarnalen badend in een fijn sausje van lichte kruiden, aanrukken. Echt zeer verzorgd en uitermate fijn om te degusteren.
Uit de verdere gesprekken kwamen activiteiten, waarvan wij niet wisten toen wij nog in actieve dienst waren, aan het licht. De bijeenkomsten in de lerarenkamer zowel deze gelegen aan de straatkant als de nieuwe op het gelijkvloers van het torengebouw, waren echt gegeerde ontmoetingen waar wij naar uitkeken. Vroeger werd dan een kan soep met bijhorende sneetjes brood aangebracht door de portier. Spijtig dat de lessen daar zomaar tussen kwamen.
Bij het opdienen van de zacht gebakken parelhoenborstfilet met lentegroenten met een sausje van wilde zwammetjes kwam het water u zo in de mond. Aan onze tafel waar nogal wat smulpapen zaten bleek het aanbod wel enorm lekker maar karig. Geen nood, want kort daarop volgde een tweede zending en kon men zelfs kiezen tussen de lekkere onderdelen. En, er werd wel degelijk geladen op de borden en dan ferm toegetast. De zegswijze ”die goed kan eten, kan deugen” sterkte de vier LO-leerkrachten en een sportman serieus bezig aan onze tafel.
Dat de tijd vloog was amper te merken. Er werd nu al eens rondgewandeld om een andere nederzetting met zijn bevolking te groeten. Een sanitaire stop werd al eens ingelast, en hoe vlug kan het gaan, daar waren al luchtjes van zwavelverbindingen, eigen aan consumptie van asperges, te detecteren.
Dame Blanche, koffie en thee met zoetjes: een gans bord in allerlei smaakjes en vormpjes, hemels voor zoetekauwen, lastig en verleidelijk voor gebruikers die best suiker mijden, maar toch zo uitdagend dat één keer, één zondeke wel te vergeven was.
In de koers Gent-Wevelgem deze zondag was de winnaar waarschijnlijk al gekend toen dit mooi feest op zijn einde liep. Al pratend en nog wat nablijvend werd dan in kleine groepjes deze feestzaal vol dankbaarheid verlaten.
Ode aan het bestuur van VOL! Het weder was goed gekozen, de feestelijke zaal uitstekend en prachtig ingericht, drank en spijs onvergetelijk en overvloedig en het gezelschap heerlijk en zeer collegiaal. Proficiat!
Wilfried